ADD – Attention Deficit Disorder

Over ADD is niet heel veel gepubliceerd. Deels komt dat omdat kinderen met ADD in eerste instantie juist niet opvallen in de klas. ADD wordt dan ook een internaliserende stoornis genoemd. De problemen richten zich als het waren naar binnen; je merkt er in de omgeving vaak weinig van. Als deze kinderen erg intelligent zijn, komt hun probleem nog moeilijker aan het licht, doordat ze hun tekorten compenseren.

Bij sommige kinderen is “iets” aan de hand. De moeilijkheid is dat ze dezelfde dingen laten zien die we allemaal wel eens vertonen: dagdromen, niet opletten, te laat komen, niet opruimen, spullen kwijtraken, onzeker zijn. Het verschil is de intensiteit, consistentie en frequentie; als al jaren op het rapport staat dat je kind beter moet opletten en zich niet moet laten afleiden, mag een belletje gaan rinkelen.

Deze kinderen vertonen vaak een aantal van onderstaande kenmerken:

  • Ze hebben meer dan gemiddeld moeite om aan het werk te gaan en missen vaak overzicht.
  • Ze slagen er niet in de aandacht bij de taak te houden, behalve als deze in hun ogen interessant is. Dit heeft natuurlijk iedereen, maar deze kinderen hebben dat véél sterker.
  • Zijn vaak dromerig
  • Hyperfocus: ze kunnen volledig opgaan in dat wat hen bezighoudt, waardoor ze vaak vergeten van taak te wisselen.
  • Denken vaak ver vooruit en weten dan niet wat er nu aan de orde is.
  • Geven te weinig aandacht aan details.
  • Lijken niet te luisteren, zelfs als ze rechtstreeks aangesproken worden.
  • Volgen aanwijzingen niet goed op, komen verplichtingen niet goed na.
  • Raken vaak dingen kwijt, hebben het huiswerk niet bij zich.
  • Schrijven huiswerk niet in de agenda (of schrijven het wel op maar kijken er nooit meer naar).
  • Stellen alles uit tot het laatste moment.
  • Deze kinderen komen vaak te laat.
  • Ze worden makkelijk afgeleid door uitwendige prikkels, maar ook door hun eigen gedachten.
  • Ze zijn vaak vergeetachtig bij dagelijkse activiteiten.
  • Ze kunnen vaak niet vertellen wat er net geleerd is, ook al weten ze het wel.
  • Ze zijn ongeorganiseerd en chaotisch.
  • In hun gedachten zijn ze vaak met twee of meer dingen tegelijk bezig.
  • Lijken dus rustig, maar hebben last van “chaos” in het hoofd; meerdere gedachtes tegelijk.
  • Reageren vaak met “vertraging” op een prikkel van buitenaf. De informatie komt wel binnen, maar de prikkelverwerking duurt langer.
  • Moeite met het “produceren” van werk. Ze snappen de leerstof wel, maar krijgen het niet op papier.
  • Moeite met het sociale gebeuren in de klas. Ze hebben vaak weinig vrienden.
  • Moeite met overzicht houden tijdens balsporten.
  • Lijken vaak passief en inactief.
  • Kinderen met ADD staan niet graag in het middelpunt van belangstelling.

Talenten van deze kinderen:

  • Ze zijn uitgerust met extra concentratievermogen bij interesse (hyperfocus).
  • Vaak zijn ze fantasierijk, met een groot voorstellingsvermogen.
  • Hebben vaak een creatief talent (acteren, zingen, schrijven, tekenen.)
  • Hebben vaak veel humor.
  • Ze zijn perfectionistisch.
  • Ze denken vaak ver voor uit.
  • Vaak hebben ze een groot probleemoplossend vermogen.
  • Denken buiten de lijntjes
  • Ze zijn gevoelig, emotioneel en betrokken.
  • Ze willen graag maximale resultaten leveren.
  • Rustig (in gedrag, niet in hun hoofd).
  • Ze bezitten een groot inlevingsvermogen.
  • Ze zijn vaak veelzijdig.
  • Beschikken over veel doorzettingsvermogen.

ADD beïnvloedt de wijze van denken, leren, waarnemen, werken en relaties met anderen. Deze kinderen hebben vaak veel moeite om aansluiting te vinden bij leeftijdsgenoten. Dit kan vooral in de puberteit leiden tot ernstige bijkomende problematiek, zoals faalangst, een zeer negatief zelfbeeld, angsten, depressies en zelfs zelfmoordgedachten (Paternotte, 2004). Bovendien verzanden ze naarmate ze ouder worden en meer zelf zouden moeten kunnen vaak in hun eigen chaos.