EMDR

EMDR is in 1989 door Francine Shapiro ontwikkeld om traumatische gebeurtenissen te verwerken. Inmiddels is er steeds meer wetenschappelijke ondersteuning dat EMDR ook goed ingezet kan worden bij andere problemen en klachten, zoals bijvoorbeeld angststoornissen, de gevolgen van complex meervoudige traumatisering en chronische pijn. Ook wanneer iemand last heeft van een negatief zelfbeeld kan EMDR als onderdeel van een behandeling worden toegepast.’

Ook de tijd in de baarmoeder en/ of de geboorte kan als zeer traumatisch ervaren zijn. Je herinnert je dit meestal niet concreet maar je lichaam ‘weet’ het nog wel! De belangrijkste insteek van de EMDR therapeut is de cliënt te helpen de herinneringen aan deze gebeurtenissen te verwerken, met de bedoeling daarmee de klachten te verminderen of te laten verdwijnen.

EMDR staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing en is een bewezen effectieve behandelmethode om nare ervaringen te verwerken. Vrij vertaald betekent het: door oogbewegingen minder gevoelig maken en verwerken.

Het is niet nodig om jarenlang te praten over het verleden. In relatief korte tijd merk je veranderingen.

Hoe werkt het?

De cliënt concentreert zich op een maximaal negatief beladen beeld uit zijn herinnering en een daaraan verbonden negatieve opvatting over zichzelf, met de daaraan gekoppelde emoties en lichamelijke sensaties. Dit geheugenbeeld staat symbool voor het trauma. Tijdens het oproepen van dit beeld, bewerkstelligt de therapeut afleiding door middel van:

  • Voor de ogen van de cliënt heen en weer bewegende vingers van de therapeut.
  • Tactiele bewegingen van de therapeut op bijv. de handen of de knieën van de cliënt.
  • Geluidstonen via een koptelefoon die beurtelings in het rechter- en linkeroor zijn te horen.

Wanneer de cliënt geen spanning meer ervaart bij het beeld wordt op dezelfde wijze aan het beeld een positieve opvatting, over zichzelf, gekoppeld. Het beeld is overigens niet geheel weg, maar de emotionele lading en daarbij de fysieke respons is verdwenen.

De gedachte achter EMDR is dat er opnieuw een beeld wordt opgeslagen maar dit keer met een lichaam met een laag adrenalinepeil en een rustige hartslag. Je zou het hele proces kunnen vergelijken met een document op de computer; een bestaand document kun je aanpassen en weer opslaan.

De methode is geschikt voor kinderen, jeugdigen en volwassenen die lijden aan traumagerelateerde stoornissen.